6. Organisator
De verpleegkundige in de rol van organisator is ondernemend en initiatiefrijk, kan in verschillende contexten werken. De verpleegkundige neemt leiderschap in het verpleegkundig handelen, de samenwerking en de organisatie. Zij overziet en begrijpt de financieel-economische en bedrijfsmatige belangen die bij de zorg spelen. De verpleegkundige levert een bijdrage aan de continuïteit en coördinatie van het totale zorgproces.
Deze beroepsrol bestaat uit de volgende competenties:
Competentie 11. De verpleegkundige toont leiderschap in het verpleegkundig handelen en in de samenwerking met anderen en weegt de verschillende belangen waarbij het belang van de zorgvrager voorop staat.
Competentie 12. De verpleegkundige plant en coördineert de zorg rondom de zorgvrager of groep zorgvragers.
Competentie 13. De verpleegkundige neemt verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zorgvragers en medewerkers binnen de organisatie.
Leerwerkperiode 3
Leerdoel: Aan het eind van mijn stage ben ik in staat mijn eigen caseload te onderhouden op hoog zelfstandig niveau, waarbij ik de zorg rondom mijn cliënten plan en coördineer. Ik houd hierbij mijn werkbegeleider op de hoogte van eventuele vorderingen, zodat er inzicht blijft in mijn leerproces.
1. In mijn afgelopen periode bij het FACT heb ik mijn eigen caseload opgebouwd van cliënten waarvan ik primair behandelaar ben en cliënten waarvan ik secundair behandelaar ben. Ik heb in dit jaar kennis kunnen maken met alle verantwoordelijkheden, rollen en taken die horen bij het werk als verpleegkundige in de ambulante zorg. Ik ben hierin gegroeid door deze verantwoordelijkheden aan te gaan en op te pakken, met ondersteuning van mijn collega's. Ik heb de zorg rondom mijn cliënten kunnen coördineren door samen te werken met andere disciplines, het af te stemmen van beleid en evalueren met cliënten zelf. Ik toon initiatief in de overkoepelende verpleegkundige taken door mij zowel bezig te houden met de directe zorg in de vorm van contactmomenten en evaluaties, als de indirecte zorg in het coördineren van de medicatie/ contact onderhouden met toezichthouder of trajecthouder/ opstellen van behandelplannen en signaleringsplannen en het overleggen over casussen met regie behandelaren. Ik neem mijn verantwoordelijkheid hierin en zorg dat ik op de hoogte blijf van de gang van zaken rondom mijn cliënten. Lukt dit niet dan vraag ik bij collega's om ondersteuning.
2. Ik ben veel gegroeid in mijn rol als verpleegkundige het laatste jaar. In de kliniek had ik mijzelf al gevonden in die rol, maar dit was even wennen in het begin bij ambulant. Ik heb geleerd hoe complex, veelzijdig en multidisciplinair de zorg rondom clienten kan zijn, en wat voor rol de verpleegkundige speelt in de coordinatie hiervan. Ik heb een start mogen maken met een kleine eigen caseload, waarna ik dit ben gaan uitbreiden tot de caseload die ik nu heb. Hierbij heb ik onder andere kennis opgedaan rondom de processen van het opstellen van behandelplannen, signaleringsplannen, aanvragen van een zorgmachtiging en het inschatten van recidieverisico en de FARE. Ik heb kunnen denken met medicatiebeleid, afstemming met woonbegeleiders of klinieken, hulpvragen kunnen vormen en afscheid mogen nemen van clienten die door konden naar een regulier FACT-team.
3. Doordat ik in een forensisch FACT mijn stage heb gelopen, heb ik niet alleen de juridische kaders rondom de WvGGZ leren kennen, maar ook alle kaders en voorwaarden die horen bij een behandeling met forensische en justitiele titels. Zelfs na 9 maanden heb ik nog steeds niet alle ins-en-outs van deze wetten onder de knie.
4. Blijven verdiepen in de juridische kaders welke een rol spelen binnen de zorgverlening.
Eind niveau: complexiteit 3, Z3
Leerwerkperiode 1
Leerdoel: Aan het eind van deze stage ben ik in staat de gehele verpleegkundige zorg rondom één cliënt te begeleiden, hierbij ben ik op de hoogte van de actuele stand van zaken en ben ik in staat zelfstandig de zorg rondom cliënt met verschillende specialismen te bespreken.
1. Ik toon initiatief in het aangaan van contact en het ondernemen van activiteiten met cliënten. Ik maak aan het begin van mijn dienst een planning voor mijn dienst. Ik houd me aan deze planning en zorg dat ik alle (belangrijke) uitgevoerde handelingen rapporteer. Ik stem met collega's af hoe de dag eruit gaat zien en wie welke taken op zich neemt. Ik ben aan het begin van mijn dienst op de hoogte van de afspraken en beleid van de cliënten die ik begeleid en zoek de cliënten actief op. Ik werk volgens afspraken en protocollen van de afdeling en houd mij aan het specifieke beleid en de afspraken van cliënten individueel. Ik ben op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften en houd mij hieraan. Ik volg aangeboden cursussen vanuit Arkin. Ik neem geen verantwoordelijkheden op mij waar ik niet bekwaam in ben. Ik maak zelfstandig gebruik van verschillende systemen wanneer de situatie hierom vraagt.
2. Ik heb geleerd om mijn dag te plannen en dit te communiceren aan de cliënten in kwestie. Ik heb geleerd hoe ik afspraken kan maken met cliënten en wanneer deze niet doorgaan, hoe ik daar mee om kan gaan. Ik heb vanuit de DIM cursus geleerd hoe ik de-escalerend te werk kan gaan en situaties snel, efficiënt en cliëntvriendelijk op kan lossen. Ik heb geleerd hoe ik door middel van MijnQuarant zo zorgvuldig en duidelijk mogelijk de voortgang van cliënten kan rapporteren en noteren.
3. Ik vond het in het begin van mijn stage wel eens lastig om "nee" te zeggen tegen cliënten en mijn grenzen aan te geven, gedurende het afgelopen jaar heb ik gemerkt dat als ik dat niet doen, ik niet meer toe kom aan mijn eigen planning en er een heleboel zaken blijven liggen. Nu, tegen het einde van mijn stage, kan ik in gesprek met cliënt samen een uitweg vinden, waardoor (meestal) beide partijen tevreden zijn. Dit houdt dus ook in dat ik af en toe "nee" moet zeggen en op mijn strepen moet gaan staan.
4. In mijn volgende stage wil ik graag efficiënter te werk gaan, dit omdat er meer op mij af gaat komen qua verantwoordelijkheden, wil ik dit beter afstemmen met collega's en mijn eigen planning in de gaten blijven houden. Hier komt bij dat ik mijn grenzen aan zal moeten geven aan zowel cliënten als collega's.
Leerwerkperiode 2
Leerdoel: Aan het eind van mijn
stage ben ik in staat een dienst te draaien als dienstverantwoordelijke,
waarbij ik op de hoogte ben van de stand van zaken aangaande de cliënten. Ik
hou het overzicht van de afdeling (medicatie, afspraken, aangepast beleid,
etc.) en zorg dat de dienst wordt nabesproken.
1. Ik heb aansluitend aan deze beroepsrol en het leerdoel de praktijkleeropdracht coördineren van zorg gemaakt. Ik heb mijzelf het doel gegeven om de oudste van dienst te zijn, waarbij ik op de hoogte ben van alle zaken die spelen op de afdeling en het 'sturen' van het team. Ik heb dit tegen het eind van mijn stage opgepakt omdat ik toen voor mijn gevoel goed genoeg op de hoogte was van alle processen op de afdeling, en stevig genoeg in mijn schoenen stond. Ik heb gedurende mijn stage stappen gezet in het nemen van meer verantwoordelijkheden. Zo ben ik meer en meer het contact aangegaan met verschillende disciplines, ben ik verantwoordelijk geweest voor medicatie, wondzorg en andere somatische zaken, ben ik degene geweest die de BHV of calamiteiten pas liep et cetera.
2. Door dit alles op te pakken ben ik zelfverzekerd geworden in mijn eigen kunnen. Het heeft een even geduurd voordat ik mijn rol op de afdeling had gevonden, maar hierdoor heb ik stapsgewijs met verschillende taken kunnen oefenen en mijn kennis kunnen vergroten. Ik heb hierbij geleerd om zaken voor mijzelf te kaderen en hiervan een overzicht te maken.
3. Het uitvoeren van alle taken en het nemen van de verantwoordelijkheden ging inhoudelijk goed, ik heb mijn kennis kunnen vergroten en dit kunnen toepassen, waarbij ik verschillende disciplines heb betrokken en de gehele zorg op de afdeling zelfstandig kon uitvoeren. Wat hierbij beter kan is het strakker kaderen van mijn taken, en het delegeren van dingen die ik niet kan/ hoef te doen. Ik neem soms te veel hooi op mijn vork en vraag dan geen hulp waardoor ik het heel druk heb, en anderen in het team niet.
4. In mijn volgende stage wil ik het delegeren en het grenzen aangeven beter oppakken. Dit zodat ik mijn eigen verantwoordelijkheden naar behoren kan oppakken en zodat ik niet mijn eigen overzicht verlies.
Eind niveau: complexiteit 3, Z3